Beschrijving

In 1896 werden de eerste auto’s in Nederland in gebruik genomen. Ruim veertig jaar later, in 1939, waren dat er bijna 100.000 stuks. Gemeten naar het bruto nationaal product per inwoner, behoorde Nederland in het interbellum tot de meest welvarende landen van Europa. Te verwachten was dat Nederland ook een hoge autodichtheid zou hebben.Dat was echter niet het geval. De verbreiding van de auto bleef achter. In het midden van de jaren dertig eindigde ons land ten opzichte van andere Europese landen op de negende plaats, achter landen zoals Frankrijk, Groot-Brittanië, België, Noorwegen, Zweden, Denemarken en Zwitserland. Door na te gaan wat de invloed is geweest van ondernemers, gebruikers en overheid op de verbreiding van de auto, wordt in dit boek een verklaring gegeven voor de trage verbreiding daarvan in ons land. De jaren 1896-1939 zijn verdeeld in drie perioden en behandelen als eerste de invloed van de ontwikkeling van de auto en maatschappelijke factoren op de verbreiding van de auto. Vervolgens wordt er uitvoerig ingegaan op de invloed hierop van de gebruikers, de (K)NAC, de ANWB, Nederlandse fabrieken en importeurs, de RAI en de overheid (met de regel- en belastingwetgeving en de verbetering en aanleg van wegen). Het is daardoor een gedetailleerd naslagwerk voor iedereen die geïnteresseerd is in de opkomst van de auto in Nederland.