Beschrijving

Dit zijn de oorlogsbelevenissen van een overlevende van de Japanse krijgsgevangenkampen. Het verhaal begint in het Parijs van 1940, waar Henk Gideonse met zwangere vrouw en kind met de laatste trein die de Franse hoofdstad voor de Duitse bezetting verlaat, naar het zuiden weet te reizen. Vanaf Bordeaux vertrekt het kleine gezin naar Falmouth, om vandaar via Kaapstad en Australië in Batavia te belanden. Als ook hier de oorlog uitbreekt wordt de auteur als KNIL-soldaat ingezet bij de Staf van de Eerste Divisie. Als krijsgevangene van de Japanners belandt hij in het kamp Tjilatjap en via Singapore achtereenvolgens in de kampen Ghangi, Tamarkan, Non-Pladuk en Oebon. Het werk aan de Birma-spoorweg staat centraal in het boek. Als de grote oorlog in het Verre Oosten eindelijk door toedoen van de atoombommen is afgelopen, blijven de Nederlandse krijgsgevangenen nog maanden in mistroostige junglekampen zitten.